NDM (de scheepsbouw)

Schepen/vaartuigen

Hoewel dit niet algemeen bekend is zijn er voor, tijdens en kort na de tweede wereldoorlog bij de NDM ook schepen en andere varende objecten aanbesteed. Onderstaand een kleine selectie van deze bouwopdrachten die bij de NV Nederlandsche Dok Maatschappij van stapel zijn gelopen.
De NDM beschikte over drie hellingen waarvan thans van een helling nog het hoge deel bestaat.
.
.
Dirkje
stoomheibak Bouwnummer 1, 1924
Opdrachtgever: Maatschappij Oberon.

.
.
ss Kidoel
vrachtpassagiersschip Bouwnummer: 29, 1927
Opdrachtgever: Koninklijke Paketvaart Maatschappij, Amsterdam
Afmetingen: 57.30 x 10.10 x 4.55 meter, diepgang 3.82 meter, 775 brt.

De tewaterlating op 24 januari 1927 vanaf helling 1, vertrek werf 15-4-1927.
.
.
Batavus
zandzuiger Bouwnummer: 30, 1927
Opdrachtgever: Fa. T. den Breejen
.

.
.
Hr.Ms. Rigel
mijnenlegger Bouwnummer: 37, 1931
Opdrachtgever: Gouvernements Marine
De stapelloop vond plaats op 7-3-1931

Op 2-3-1942 door de eigen bemanning tot zinken gebracht. Daarna door de Japanners gelicht en voor eigen
marine taken ingezet. Na de oorlog teruggevonden en in 1951 overgedragen aan de Indonesische marine.
.
.
ms Angelina
tanker Bouwnummer: 38, 1931
Opdrachtgever: Anglo-Saxon Petroleum Company, Den Haag
Afmetingen: 79.25 x 14.63 x 4.50 meter, diepgang 4.11 meter, 2050 brt
Tewaterlating op 18 april 1931 vanaf helling 1, vertrek werf 30-7-1931.
.
.
ms Ransdorp
tanker Bouwnummer: 50, 1934
Opdrachtgever: N.V. Koninklijke Zwavelzuur Fabriek Ketjen & Co. Amsterdam.
Afmetingen: 47.55 x 8.12 x 2.92 meter. De stapelloop vond plaats op 24-11-1934.
ms Ransdorp nog in de oorspronkelijke uitvoering. Na een kort intermezzo tijdens de tweede wereldoorlog
bij de Kriegsmarine en de Duitse koopvaardij is ze in Australië gearriveerd.

.

Op deze foto is ze afgemeerd in een Australische haven. In 1949 gecharterd door het Australian Shipping Board en in 1950 aangekocht. In 1957 overgegaan naar de Australian National Line. 1958 was het jaar waarin ze doorverkocht is aan P.N. Dent & L. Graham op Fiji en hernoemd als Verao. In 1960 verkocht aan Southern Cross Shipping Co. Ltd. op Fiji. Op 18-5-1961 met een lading melasse is ze onderweg van Bundaberg naar Auckland tijdens zware zeegang op 230 mijl oost van Brisbane vergaan.
.
.
ms Maetsuycker
vrachtpassagierschip Bouwnummer: 61, 1937
Opdrachtgever: Koninklijke Paketvaart Maatschappij, Amsterdam
Afmetingen: 114.50 x 15.95 x 7.98 meter, diepgang 6.05 meter, 4172 brt., pass. 15, bem. 101
Stapelloop vanaf helling 1, vertrek werf 28-1-1937.

ms Maetsuycker, als afbeelding uit de plaatjesboeken van Captain Grant sigaretten. 1942 ingericht voor troepentransport, 1944 in gebruik als hospitaalschip bij US navy, 1947 overgegaan naar Royal Interocean Lines, Amsterdam, 1960 verkocht aan Panama als Tong Hang, 1964 verkocht als Gavina, 1965 verkocht als Paceco en daarna als Gambela, 1970 verkocht als Gamsolo, 1971 verkocht als Hysan en in 1974 voor de sloop naar Kaohsiung, Taiwan.
.
.
Hieronder een stapsgewijze weergave van de bouw van ss Rodas, bouwnummer 66
voor de Anglo Saxon Petroleum Company ltd. (Shell)
.
ss Rodas
tanker Bouwnummer: 66, 1938
Opdrachtgever: Anglo-Saxon Petroleum Company, Den Haag
Afmetingen: 116.58 x 17.07 x 4.51 meter, diepgang 5.75 meter, 3176 brt, 11 knopen
.

.

.

.

.

.

De voortstuwingsinstallatie in aanbouw bij de NDM in wat toen nog de werktuigbouwhal heette.
.

.

17 juni 1937, de stapelloop van ss Rodas vanaf helling 1. Vertrek werf 30-8-1937.
.

Het stoomschip Rodas in haar element.
(coll. C.Kleiss)
.
.
mt Opalia
tanker Bouwnummer: 67, 1938
Opdrachtgever: Bataafse Petroleum Maatschappij N.V. Den Haag
Afmetingen: 134.40 x 16.55 x 9.46 meter.
Op 17-7-1937 vanaf helling 1 van stapelgelopen.

De Opalia ligt klaar voor de stapelloop.
.

Het roer is voorafgaande de stapelloop geborgd.
.

Na de tewaterlating in een NDM dok voor het afwerken van het onderwaterschip.
.

.

Het afbouwen vindt plaats aan de kade naast de timmerwinkel.
.
.
Onderstaand een overzicht met opnamen gemaakt tijdens de bouw van de Willem van der Zaan.
.
Hr.Ms. Willem van der Zaan (N 82)
mijnenlegger/instructievaartuig
Bouwnummer: 68, 1939 Opdrachtgever: Koninklijke Marine
Afmetingen: 75,2 x 11.2 x 7.35 meter, diepgang 3.30 meter, 1480 brt, 15 knopen
Kielleging 18-1-1938, stapelloop 15-12-1938 vanaf helling 1, vertrek werf 22-8-1939.
Werkzaamheden aan het vlak. Op de achtergrond op helling 2 is de tanker Alberta in aanbouw.
.

De eerste schotten en spanten zijn aangebracht.
.

.

.

Deze opname geeft een beeld van de vooroorlogse arbeidsomstandigheden. De werknemers zijn bezig met het bewerken van een schot
met fosforzuur. Hoewel hier op deze afbeelding niet goed zichtbaar vindt dit plaats zonder enige beschermingsmiddelen zoals kleding, bril
en handschoenen. De opstijgende dampen geven aan hoe agressief dit materiaal is dat uit de mandflessen komt. Het zuur zal zeker ook
via de grond het daarachter liggende IJ bereikt hebben.
.

Een waterdicht schot in de takels. Op de voorgrond de mandflessen met fosforzuur.
.

Een der schotten in positie.
.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

Werken bij tijdelijke verlichting.
.

Een deel van de voortstuwingsinstallatie in de machinefabriek van de NDM.
.

Een verblijfsruimte met de banken op de tafels.
.

Een andere verblijfsruimte met aan de wand een ingelijst portret van Willem van der Zaan.
.

Dezelfde ruimte naar de andere kant bezien.
.

Kort na de afbouw.
.

.

Is op 6-10-1970 voor de sloop naar Hendrik Ido Ambacht vertrokken.
.
,
mt Alberta
tanker Bouwnummer 69, 1938
Opdrachtgever: Anglo-Saxon Petroleum Company, Den Haag
Afmetingen: 101.19 x 14.20 x 6.15 meter, diepgang 5.65 meter, 3375 brt, 11,5 knopen
Stapelloop 3-9-1938 vanaf helling 2, vertrek van de werf op 27-10-1938.

Hier volgt een stapsgewijs overzicht van de bouw.
.

Op de achtergrond de schotten van de Alberta en vooraan de Willem v.d. Zaan in aanbouw.
.

.

.

.

.

.

.

.

.

.

Op de voorgrond het vuur voor het verhitten van de klinknagels.
.

.

Het plaatsen van de schroef.
.

De bouw vordert gestaag.
.

De genodigden wachten vol spanning op wat komen gaat.
.

De Alberta loopt van stapel.
.

Kort na de stapelloop afgemeerd voor de werf.
.

Na de stapelloop volgt de afbouw in het dok.
.

.

.
.
ms Ondina
tanker Bouwnummer: 71, 1939
Opdrachtgever: Anglo-Saxon Peroleum Compagny, Den Haag
Afmetingen: 134.40 x 16.55 x 9.46 meter, diepgang 7.78 meter, 6341 brt
Stapelloop 30-4-1939, vertrek werf 4-8-1939.

.

.

In 1959 voor de sloop naar Hongkong vertrokken.
Zie ook:
http://eeuwen.home.xs4all.nl/war_time_ondina.htm
.
.
3 dekschuiten Bouwnummer: 72, 1938
Opdrachtgever: N.V. IJzerhandel Hollandia
Afmetingen niet bekend.

De dekschuiten zijn in aanbouw voor de kop van helling 1.
.

Onder de schuiten is na het gereedkomen een afloopconstructie aangebracht die als dwarshelling fungeerde.
.

Het moment dat een der schuiten te water gaat. Op de achtergrond is de Aegeon afgemeerd.
.

Schuit 1 ligt te water. Of er een doop met champagne heeft plaatsgevonden is niet bekend en niet aannemelijk.
.
.
ms Castor
vrachtpassagiersschip Bouwnummer 77, 1938
Opdrachtgever: Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij, Amsterdam.
Afmetingen: 89.13 x 12.52 x 4.50 meter. Stapelloop 2-9-1939.
De Castor heeft een aantal maal van eigenaar en naam gewisseld. In 1966 vernoemd als Apollon, 1968 Alfa en in 1974 Michalis.
In 1975 is ze, onderweg van Ravenna naar Lagos, door roerschade aan de grond gelopen, verlaten en vergaan.

.
.

ms Albireo

vrachtpassagiersschip Bouwnummer 81, 1941
Opdrachtgever: NV van Nievelt Goudriaan en Co’s, Stoomvaart Mij. Rotterdam
Afmetingen: 145.08 x 18.29 x 11.83 meter, diepgang 7.83 meter, 6482 brt 2 tew do 6 cilinder
Stork diesel 3200 pk, 12 mijl. Kiellegging 2-9-1939, stapelloop 31-5-1940 vanaf helling 1.
In aanbouw op helling 1.
.

De stapelloop op 31-5-1940.
.

De schoorsteen staat met een andere klaar op de afbouwpier.
.

Na de stapelloop en afbouw is de Albireo op 25-3-1941 door de bezetter gevorderd en als bewapende koopvaarder aan de eigen vloot toegevoegdHoewel de kleur hier niet te bepalen is zal dit vrijwel zeker grijs zijn geweest. Het stuurhuis is thans voorzien van bepantsering.
.

De Albireo, hier nog onder haar doopnaam, is hier op het voor- en achterschip en op de brug aan stuur- en bakboord voorzien van “turrets” met daarin een onbekend type boordgeschut dat zeker van het kaliber 20 mm zal zijn geweest.
.

Op 17-8-1942 is de inmiddels tot Wuri hernoemde Albireo in het Kattegat op een mijn gelopen en deels gezonken. Het achterschip en machinekamer zijn naar Kopenhagen versleept en daar in 1944 door het Deense verzet weer tot zinken gebracht. Eind 1945 is ze opnieuw gelicht, verkocht en hernoemd tot Butterfly. Tijdens de sleepreis naar het Zweedse Göteborg is ze voor de derde keer gezonken en ook nu weer gelicht. Op een Zweedse werf is de machinekamer weer bedrijfsklaar gemaakt en de overige schade hersteld. Aldaar in 1948 aangekocht door A/B Soya Wallenius en naar Hamburg overgebracht. Daar is na aankomst op 31-5-1948 bij Deutsche Werft A.G. een nieuw voorschip gebouwd.
.

Op 15-4-1949 is ze, nu als Alnati, alsnog bij van Nievelt Goudriaan in de vaart gekomen. Het was op 21-3-1968 toen ze als Alfa te Rotterdam werd overgedragen aan Alfa Shipping Co. Ltd. te Limasol, Cyprus. In 1971 verkocht aan Coolady Shipping Co. Ltd. eveneens te Limasol. Op 12-6-1972 te Darica, Turkije voor de sloop gearriveerd. De sloop begon op 17-7-1972 waarmee een definitief einde kwam aan het bewogen leven van dit schip.
.
.
ms Aldabi
vrachtpassagiersschip Bouwnummer 82, 1941
Opdrachtgever: NV van Nievelt Goudriaan, Rotterdam
Afmetingen: 145.35 x 18.35 x 11.83 meter, diepgang 7.83 meter, 7239 brt. 2 tew 8 cilinder
Stork diesel 4400 pk, 13,5 mijl. Stapelloop 23-11-1940 vanaf helling 2, oplevering 12-1-1944, vertrek werf 24-1-1942
7-8-1941 gevorderd door bezetter en onder hun toezicht in niet te hoog tempo afgebouwd. 12-1-1944 als Wolta overgegaan naar het Duitse Rijk als logementschip. In 1949 in Flensburg teruggevonden, 21-11-1945 als Aldabi terug naar oorspronkelijke eigenaar, 26-7-1946 over naar de Rotterdam Zuid-Amerika Lijn, 11-5-1967 als Alba over naar Alba Shipping Co. Cyprus. 1970 onder dezelfde naam over naar Astrodesco Cia Nav. Piaraeus. 17-9-1971 te Chalkis in Griekenland opgelegd. Op 9-5-1972  bij Metan Agir Celik Izabe Sanayi te Istanbul aangekomen voor de sloop.
.
.
ms Jaguar (voorschip)
tanker Bouwnummer 83, 1939
Opdrachtgever: Skibs A/S Jaguar, Oslo, Noorwegen
Afmetingen voorschip: 75 x 19.52 x 11.28 meter.
De stapelloop vanaf helling 2 vond plaats op 4-11-1939. Het vertrek was op 12-1-1940.
De in 1928 gebouwde Zweedse tanker Nike is in 1938 verkocht aan het Zweedse Skibs A/S Jaguar en is vanaf dat moment
als Jaguar in de vaart gekomen. In dat jaar is ze t.h.v. de Azoren in tweeën gebroken. Het achterschip is naar Amsterdam
versleept en bij de NDM is een nieuw voorschip gebouwd.

.

Het achterschip voor de wal bij de NDM.
.

Het voorschip in aanbouw op helling 2 met de boeg naar voren richting het IJ.
.

Het achterschip wordt in het dok voorbereid voor de koppeling.
.

Het naderen van het voorschip (links) naar het achterschip.
.

De koppeling wordt nauwkeurig gevolgd door diverse betrokkenen. Met een simpele houten constructie, een meetapparaat en koorden werden de vorderingen gevolgd. Dertig jaar later zou dit bij de NDSM routinewerk worden met dien verstande dat er andere meetapparatuur werd gebruikt. De koorden zijn toen vervangen door laserapparaten. Na het wisselen van diverse eigenaren en thuishavens is ze in 1951 als ms Janko voor de sloop gegaan.
.
.
ms van Riemsdijk

vrachtpassagiersschip Bouwnummer 85, 1941
Opdrachtgever: Koninklijke Paketvaart Maatschappij, Amsterdam
Afmetingen: 111.80 x  16.15 x 7.80 meter, diepgang 6.11 meter, 4489 brt
Kiellegging 10-6-1940, stapelloop 4-7-1941 vanaf helling 1
 
ms van Riemsdijk hier op een naoorlogse afbeelding.
.
.
3 pontons Bouwnummer 88, 1941
Opdrachtgever: Rijkswaterstaat.
Afmetingen onbekend. De pontons zijn niet op een helling gebouwd.
.

.

Een der ontwerpers/tekenaars van de pontons, Piet Holewijn, staat hier in het midden. Het is ook deze man met wiens
camera de meeste zwart/wit opnamen op deze pagina zijn gemaakt. Daarvan is slechts een klein gedeelte geplaatst.
.

Het is niet bekend waar en waarvoor deze pontons zijn gebruik. Wie weet dit wel?
.
.
ss Gutenfels
vrachtschip Bouwnummer 121, 1942
Opdrachtgever: Deutsche Dampfschifffahrt Gesellschaft “Hansa”, Hamburg
Afmetingen (volgens NDM): 144.80 x 18.40 x 8.80 meter, diepgang 7.71 meter
De aanbesteding was op 23-4-1942 en de kiellegging op 9-4-1943, stapelloop vanaf helling 3 op 15-7-1944.

De Gutenfels was vanuit Duitsland besteld als vervanging voor twee eerder verloren gegane schepen. De oplevering was aanvankelijk op 15-2-1945 gepland maar na de Duitse vernielzucht op de werf in september 1944 hebben zij het casco vervolgens als blokkade voor de Hembrug in het Noordzeekanaal laten afzinken. In november 1945 heeft de berging plaatsgevonden en is de Gutenfels voor Nederlandse rekening bij de NDM als motorschip ingericht en afgebouwd voor Stoomvaart Maatschappij “Oostzee” (Vinke & Co.) te Amsterdam. Op 17-3-1948 vond de overdracht plaats. Tot 1962 is ze als ms Heelsum (zie foto coll. C.Kleiss) in de vaart geweest terwijl ze in die periode nog als charter gevaren heeft voor Independent Gulf Line. Na een brand in de machinekamer is ze zonder hersteld te zijn op 29-5-1962 verkocht aan Compania Naviera Antonis S.A. te Beiroet, Libanon. Als ms Antonis is ze bij deze reder in de vaart geweest. Op 26-11-1978 te Karachi, India als schroot verkocht en op 14-2-1979 overgebracht naar Gadani Beach, Pakistan waar op 14-4-1979 bij Syed & Co. met de sloop werd begonnen.
.
.
ss Frankenfels

vrachtschip Bouwnummer 122, 1942
Opdrachtgever: Deutsche Dampfschifffahrt Gesellschaft “Hansa”, Hamburg
Afmetingen (volgens NDM): 144.80 x 18.40 x 8.80 meter, diepgang 7.71 meter.
De stapelloop vond als Albireo plaats vanaf (inmiddels NDSM) helling 7 op 22-11-1947.

Aanvankelijk betrof het de opdracht voor de bouw van het vervangingsschip ss Freienfels. Er zijn in verschillende bronnen drie opdrachtdatums te vinden t.w. 15-1-1942, 28-2-1942 en 23-4-1942. Ook voor de kiellegging zijn verschillende datums genoemd zoals 1 en 9 april 1943. Hoe dan ook is ergens in deze periode de naam aangepast tot ss Frankenfels. Na door het NDM personeel gehanteerde vertragingstactieken en het “ontbreken” van materiaal heeft de bouw een paar jaar geduurd.
.

Aan de afbouwkade bij de NDM in opdracht van de Nederlandse Regering.
.

Klaar voor oplevering op 10-6-1948 als ms Albireo aan van Nievelt Goudriaan & Co’s. Rotterdam.
.

Van achteren gezien.
.

ms Albireo voor Rio de Janeiro door maritiem schilder Frits Hoogstrate. In de periode 1948-1963 in de vaart geweest bij van Nievelt Goudriaan & Co’s. (Nigoco). Heeft in die periode vanaf 1956 ook twee jaar als charter voor VNS gevaren. Per 25-4-1963 naar Nigoco Hamburg G.m.b.H. en vanaf die datum tot 1966 als ms Procyon voor de Hamburg-Chicago Line in de vaart. Van 1966-1971 als ms Minoutsi naar Minoutsi Shipping Co. Monrovia, Liberia. Tot 1974 onder die naam in de vaart voor Minoutsi Shipping Ltd. Nicosia, Cyprus. Tot 1975 voor dezelfde eigenaar maar nu te Limasol, Cyprus. Blijbaar houdt de eigenaar van verhuizen want tot 1978 is de vestiging te Famagusta op Cyprus. Op 5-3-1977 is ze opgelegd te Pireas in Griekenland. In 1978 verkocht aan Lasia Maritime Ltd. te Limasol, Cyprus als ms Lasia maar blijft opgelegd. Op 30-11-1979 vertrok-ken van Pireas via Bashra, Irak naar Kaohsiung te Taiwan waar ze op 16-3-1980 voor de sloop arriveerde. Op 28-3-1980 is door Keun Hwa Iron Steel Works & Enterprises Ltd. een aanvang gemaakt met de sloop.   
.
.
.
Was het de Duitse Grundlichkeit of terecht wantrouwen, hoe dan ook hield de bezetter ook een eigen systeem bij. In tegenspraak tot het met de hand ingevulde NDM orderboek dat in het bezit is van het NDSM-werfmuseum, zijn de bouwnummers 121 en 122 niet gelijk. In de laatste, en ook andere bronnen, staat 121 voor ss Gutenfels en 122 voor ss Frankenfels.