Klaprozenweg 1951 (E)

Op deze pagina vervolgt u uw weg aan de Klaprozenweg 1951 (E) en komt u langs de
bouwnummers 510 t/m 539 alsmede 2201, 2903, 2906 en 2908.

.
.
ms Glenlyon
Vrachtschip, bouwnummer 510, 1962
Opdrachtgever: Glen Line Ltd. Londen. UK.
Afmetingen: 152.40 x 22.71 x 13.26 meter. Sulzer 9×900/1550
De stapelloop gebeurde vanaf helling 2 op 17-3-1962. De overdracht vond plaats op 19-10-1962. .510-Ook bij deze stapelloop ontbrak het niet aan belangstelling.
.510,Met behulp van de Reederij v/h Gebr. Goedkoop wordt de Glenlyon naar de afbouwpier gesleept.
.


In 1976 heeft ze als Glenlyon nog een aantal reizen gemaakt voor de Blue Funnel Line  met aangepaste schoorsteenkleuren. In 1977 onder beheer bij Ben Line met aangepaste schoorsteen kleuren maar wel met grijs bovenwaterschip. In 1978 te Tilbury opgelegd en vervolgens overgenomen door Univan Ship Management of Singapore voor  Tabard Shipping Company of Monrovia, Liberia, en hernoemd als Emerald Express. In februari 1979 te Kaohsiung gearriveerd  voor de sloop. Die nam een aanvang bij Sie Yung Steel Wire Mill Company op 30 maart van dat jaar.
.
.
ms Dageid
Vrachtschip, bouwnummer 511, 1963
Opdrachtgever: A/S Ocean, Oslo, in beheer bij P. Petersen & Søn, Lusaken, Noorwegen.
Afmetingen: 141.73 x 20.57 x 12.72 meter. NDSM/Gotaverken VGS 8U 6×760/1500
Ze liep op 25-5-1963 van helling 2 van stapel en de doop werd verricht door Mrs. Anne Johansen
waarbij zij de bloemen ontving van Carla Ypema die als bloemenmeisje die eer te beurt viel.
1962 18 dec.
De aanbouwfase op helling 2.
.
.
.

De Dageid hier op een fotokaart uitgeven door de NDSM, werd op 4-10-1963 overgedragen en verlaat hier IJmuiden.
In 1967 overgenomen door Great Eastern Shipping Company Ltd, Bombay, India
en hernoemd als Jag Asha. In 1976, als ms Selas naar Duchess Cia. Naviera S.A. (N.,V.&T.Tricoglou), Pireaus. In 1985 overgenomen door Emirates Saudi Shipping Co. te Sharjak UAE als Sheikh Majdi. Op 18-1-1986 aangekomen bij Gadani Beach, Pakistan waar de volgende dag door Ahmed Maritime Ltd. met de sloop werd begonnen.
.
.
ms Nicobar
Vrachtschip, bouwnummer 512, 1963
Opdrachtgever: Swedish East Asia Company Ltd. Göteborg. (A/B Svenska Ostasiatiska Kompaniet,
Göteborg, Zweden, onderdeel van het Broström concern).
Afmetingen: 144.78 x 20.57 x 11.74 meter. NDSM/Gotaverken VGS 8U 8×760/1500
De doop vond plaats op helling 2 op 20-4-1963 waarbij de Nicobar door Mrs Asta Achengreen, echtgenote van de Vice-President
van de East Asiatic Company Ltd. Kopenhagen, Denemarken. Bloemen werden de doopster overhandigd door Inge Tol, dochter
van de Secretaris van de Ondernemingsraad der NDSM. Op 25-7-1963 werd ze overgedragen.

In 1972 verkocht aan China Ocean Shipping Company (Cosco) als Tian Shui.
. De Thian Shui is in 1991 te Chittagong, Bangladesh, gesloopt.

.
.
ms Nara
Vrachtschip, bouwnummer 513, 1964
Opdrachtgever: Swedish East Asia Company Ltd. Göteborg. (A/B Svenska Ostasiatiska Kompaniet,
Göteborg, Zweden, onderdeel van het Broström concern).
Afmetingen: 144.78 x 20.57 x 11.74 meter. NDSM/Gotaverken VGS 8U 8×760/1500
Op 6-7-1963 werd de Nara door mevrouw Marie-Christine von Sydow, echtgenote van de plaatsvervangend
directeur der rederij, gedoopt en om 11.00 uur te water gelaten vanaf helling 3. Margriet Lust mocht
hierbij de bloemen overhandigen. De aansluitende overdracht was op 30-1-1964.513. nara (1)Het aflopen is begonnen.
.
513.nara (2)De remankers worden losgetrokken uit de stroppen.
.

In 1972 verkocht aan China Ocean Shipping Company (Cosco) en hernoemd als Qingshui.
In 1991 voor de sloop afgevoerd
naar Bangladesh.
.
.
ms Danaland
Tanker, bouwnummer 514, 1963
Opdrachtgever: Rederiaktiebolaget Motortank, Göteborg, Zweden, onderdeel van het Broström concern.
Afmetingen: 228 x 32.20 x 16.25. Gotaverken DM 850/1700-9U
De stapelloop, vanaf helling 5, vond plaats op 31-8-1963 en werd verricht door mevr. Broström, echtgenote
van de president-commissaris van de rederij. De overdracht vond op 27-12-1963 om 23.59 uur (!) plaats.

.Een bewijs van toegang zoals afgebeeld was nodig om als bezoeker op de werf te worden toegelaten. Voor deze tewaterlating werden de
kaarten als gevolg van de staking ongeldig verklaard en konden niet als zodanig gebruikt worden. Het personeel dat noodzakelijk was om
de tewaterlating te kunnen laten plaatsvinden bestond voor deze gelegenheid uit ongeveer 250 toezichthouders en beambten. Op de kaart
die hen toegang gaf was ter controle een stempel uit de NSM tijd geplaatst. 

.


.

.

.

.
Ook voor de pers golden restricties.

.

Naar goed gebruik ontving het bloemenmeisje (wie?) van de doopster een zilveren
armbandje met de naam van het schip en de datum van de tewaterlating.
.

Een artikeltje uit het Nieuwsblad v.h. Noorden.
.
.
.


. De Danaland bij de Curaçaose Droogdok Maatschappij. (coll. C.Kleiss)
In 1973 verkocht aan Central Transport Company, Liberia als Burmah Agate. Onder dezelfde
naam overgenomen
door Allseas Marine S.A. Panama, Liberia. In 1979 in de VS gesloopt.
.
.
ms Geestbay
Koelschip, bouwnummer 515, 1964
Opdrachtgever: Geest Industrie Ltd., Spalding, Lincolnshire, Engeland (Waling van Geest & Zonen N.V. te ‘s Gravenzande)
Afmetingen: 134.53 x 18.75 x 11.70 meter. Werkspoor/Sulzer RD 76/155 7×760/1550.
De doop, door mevrouw J. van Geest, vond op 17-4-1963 om 15.15 uur plaats vanaf helling 4
en de overdracht aan captain Powell was op 31-7-1964. Carla Stel mocht de bloemen overhandigen.
515
.
Het schip was hoofdzakelijk bestemd voor het transport van bananen maar als retourlading werden ook andere zaken verscheept.
Later, in 1973 overgegaan naar Christian Haaland, Haugesund, Noorwegen als North Star. In 1975 overgedragen als Isla Verde
onder Liberiaanse vlag. In 1984 is een aanvang gemaakt met de sloop.

.

.
ms Geestport
Koelschip, bouwnummer 516, 1964
Opdrachtgever: Geest Industrie Ltd., Spalding, Lincolnshire, Engeland (Waling van Geest & Zonen N.V. te ’s Gravenzande)
Afmetingen: 134.53 x 18.75 x 11.70 meter. Werkspoor/Sulzer RD 76/155 7×760/1550.
Op 10-7-1964 vond de stapelloop plaats van helling 5 om 16.00 uur waarbij de doop werd verricht door
mejuffrouw P. van Geest. Rita Kattevilder reikte de bloemen uit. Op 30-10-1964 vond de overdracht plaats.

.

Klaar voor de stapelloop.
.

Een lofzang op de partijen die betrokken waren bij de bouw maar vooral op de opdrachtgever zelf.
.

Opvallend zijn net als bij het zusterschip Geestbay de naast elkaar geplaatste schoorstenen.
In 1973 als Kimolos bij Afromar Inc. te Griekenland in de vaart gekomen. In 1985 is een aanvang gemaakt met de sloop.
.
.
Casa Marina
Botel, bouwnummer 2903, 1964
Opdrachtgever: Koninklijke Nederlandsche Hoogovens en Staalfabrieken NV
Afmetingen: 41.50 x 17.50 x 2.60 meter. Tewaterlating vanuit lage deel helling 2 op 2-4-1965 om 11.00 uur.

De stapelloop van een ponton dat de Casa Marina moet gaan worden.
.

.

De Casa Marina wordt afgemeerd voor de Arosa Sun dat eveneens als logieschip fungeerde.
Rechts op de achtergrond de Hoogovens staalfabriek, de werkgever van de aanstaande bewoners.
.

Over het Nederlandse eten zou later nog een hoop gedoe ontstaan.
.

Ingericht als verblijf voor Italiaanse werknemers van de KNHS. De Casa Marina werd afgemeerd in het Binnenspuikanaal.
In 1973 overgenomen door het havenbedrijf Bremen voor huisvesting van Portugese werknemers aldaar. De NDSM had,
gezien het grote gebrek aan huisvesting, het voornemen dit soort objecten seriematig te gaan bouwen.
.

.
.
.
KNSM kantoor
Drijvende kantoorflat, bouwnummer 2906, 1965
Afmetingen: 46 x 19.80 meter.
Opdrachtgever: Koninklijke Nederlandse Stoomboot Maatschappij, Amsterdam.
De stapelloop ging vanaf helling 2/3.

.

Een kantoorinterieur anno 1965.
.

De kantoorflat hier links op de foto ligt thans in de Houthaven tegenover de NDSM en dient als
locatie voor kunstzinnige activiteiten. Rechts de hierna te vermelden Mermaid voor de KLM.
.
Bonte Zwaan
Na een druk gebruik, afgedankt en vol met asbest zag de toekomst er minder kleurrijk uit dan zoals op deze foto.
(tot nu onbekende fotograaf) 

.

Op deze opname ligt het voormalig KNSM kantoorverblijf nog aan de Oranjewerf. Thans ligt het tot Bonte Zwaan hernoemde ponton recht tegenover de NDSM werf nabij het REM eiland. Op het internet is meer informatie te vinden over de levensloop. Het is gelukkig geen stervende zwaan geworden. (tot nu onbekende fotograaf)
.
.
Mermaid
Botel, bouwnummer 2908, 1965
Opdrachtgever: Koninklijke Luchtvaart Maatschappij NV (KLM)
Afmetingen: 45.50 x 15 x 2.6 meter. De overdracht aan de KLM vond plaats op 30-6-1966.2908. 1967 Mermaid KLMDe Mermaid hier als sleep nog voor de werf.
.
De ligplaats was aan de Oosterdokskade, waarna het beheer per 2-7-1966 werd verzorgd
door NV Exploitatie Maatschappij Die Port van Cleve. Accomodatie voor 130 gasten.
.
.
Transworld Rig 58
Drijvend boorplatvorm, bouwnummer 2201, 1966
Opdrachtgever: Kerr Mc Gee Oil Industries Inc. Oklahoma City, USA via een, joint venture met de NDSM,
van der Giessen de Noord N.V. en N.V. Machinefabriek en Scheepswerf van Piet Smit.
Afmetingen: 88.08 x 71.93 x 39.62 meter (tot Texasdek), hoogte mast 55.62 meter. De doop werd op 12-2-1966 op de werf van Wilton-Fyenoord te Schiedam verricht door Mrs. Tom Seale, echtgenote van een der directeuren van de Kerr-McGee Corporation. Zij ontving een boeket uit handen van Sonja Trouw, dochter van een der directeuren van Van der Giessen-de Noord.

Rig 58 in aanbouw.
.

.

Allen die bij de bouw betrokken waren ontvingen een Delftsblauw wandbordje.
De bordjes zijn gemaakt bij de Porceleyne Fles te Delft en hebben een diameter van 14,2cm.
.
.
Hr.Ms. Van Speijk
Fregat, bouwnummer 517, 1967
Opdrachtgever: Koninklijke Marine, Den Haag
Afmetingen: 113.42 x 12.48 x 8.61 meter.
Stapelloop vond om 16.00 uur plaats vanaf helling 3 op 5-3-1965. De doop werd verricht door mevrouw A.H. van Es-Kat,
echtgenote van Zijne Excellentie de Staatssecretaris van Defensie voor Marine aangelegenheden.
De bloemen werden haar aangeboden door Elma van der Laan. Indienststelling vond plaats op 17-4-1967.

De kiellegging.
.

.

.

Na de stapelloop en nog zonder het registratienummer.
.517. speijk in dienststelling 14-2-1967.De indienststelling op 14-2-1967 in de afbouwhaven bij de NDSM.
.517. speijk in dienststelling 14-2-1967Hr.Ms. Van Speijk, hier nog bij de NDSM, is in 1986 aan Indonesië verkocht
en kwam daar
in de vaart als KRI Slamet Riyadi (352).
.
KRI_Slamet_RiyadiThans, in 2015, is dit schip nog steeds in de vaart bij de Indonesische marine.
.
.
Hr.Ms. Tjerk Hiddes
Fregat, bouwnummer 518, 1967
Opdrachtgever: Koninklijke Marine, Den Haag
Afmetingen: 113.42 x 12.48 x 8.61 meter.
De stapelloop vanaf helling 2 werd op 17-12-1965 in gang gezet door mevrouw G.M. Cool-Hols, echtgenote van
vice-admiraal P. Cool. Caroline Grunzel mocht de doopster de bloemen overhandigen. Ze werd in dienst gesteld op 16-8-1967.

In aanbouw op helling 2.
.2. 518. indienststellingDe indienststelling vond op 16-8-1967 plaats in de NDSM afbouwhaven. Op de foto een paar van de genodigden.
.5. 518. tjerk hiddes 16-8-1967Het hijsen van het rood-wit-blauw, de indienststelling is een feit.
.


De Tjerk Hiddes is in 1986 aan Indonesië verkocht en werd daar
als KRI Ahmad Yani (351) in de vaart gebracht.
.
.
Hr.Ms. Isaac Sweers
Fregat, bouwnummer 519, 1968
Opdrachtgever: Koninklijke Marine, Den Haag
Afmetingen: 113.42 x 12.48 x 8.61 meter.
De doop op 10-3-1967 vanaf helling 3, werd verricht door mevrouw L.W. van den Wall Bake-Bondam, echtgenote van de Vlagofficier
Materieel der Koninklijke Marine. Zij kreeg van Margreet de Dood het boeket overhandigd. De indienststelling vond plaats op 15-5-1968. .

Gereed voor de tewaterlating.
.

Voor de indienststelling.
.
.
Java Sea (July 15, 2006) - The Indonesian frigate KRI Karel Satsuit Tubin (KST 356) operates with USCG Cutter Sherman (WHEC 720) during a maneuvering event as part of the at-sea phase of exercise Cooperation Afloat Readiness and Training (CARAT) Seven U.S. and Indonesian Navy ships are operating together. CARAT is an annual series of bilateral maritime training exercises between the United States and six Southeast Asia nations designed to build relationships and enhance the operational readiness of the participating forces. U.S. Navy photo by Senior Chief Mass Communication Specialist Melinda Larson (RELEASED)
Java Sea (July 15, 2006) – The Indonesian frigate KRI Karel Satsuit Tubin (KST 356) operates with USCG Cutter Sherman (WHEC 720) during a maneuvering event as part of the at-sea phase of exercise Cooperation Afloat Readiness and Training (CARAT) Seven U.S. and Indonesian Navy ships are operating together. CARAT is an annual series of bilateral maritime training exercises between the United States and six Southeast Asia nations designed to build relationships and enhance the operational readiness of the participating forces. U.S. Navy photo by Senior Chief Mass Communication Specialist Melinda Larson (RELEASED)

De Isaac Sweers is in 1990 aan Indonesië verkocht waarna het werd hernoemd als KRI Karel Satsuit Tubun (356).
Meer afbeeldingen kunt u bekijken via het keuzemenu bij de pagina Foto’s. Zie ook
http://www.dewitteolifant.weebly.com

.
.
naamloos
Elevatorbakken 15x, bouwnummers 520 t/m 534, 1964/1965
Opdrachtgever: N.V. Aannemersbedrijf v/h Fa. T. den Breejen van den Bout.

Een aantal van de bakken voor de werf.
.
.
tt Melania
Tanker, bouwnummer 535, 1968
Opdrachtgever: Shell Tankers U.K. Ltd. Londen, Verenigd Koninkrijk.
Afmetingen: Lengte over alles: 325.32 meter, lengte: 309.81 meter, breedte: 47.17 meter, holte: 24.50 meter. Zomerdiepgang: 18.99 meter. Draagvermogen: 213.360 ton. Inhoud ladingtanks: 249.208 m³. Inhoud permanente ballasttanks: 36.973 m³. Proeftochtsnelheid bij zomerdiepgang en max. vermogen 15,4 zeemijlen. Turbine installatie: een hoge en een lage druk turbine in serie Atlantic-Stal Laval, type APG 36/27. Max. continu vermogen 28.000 APK bij 86 omw./min. Hoofdketel: NDSM- Babcock “Marine Radiant” stoomketel. Max. stoomproductie 100 ton/uur, normale stoomproductie 85 ton/uur. Druk bij overhitter uitlaat: 62 kp/cm². Temp. bij overhitter uitlaat: 515°C. Accommodatie: 45 personen. De stapelloop van het achterschip vond plaats vanaf helling 2/3 op 27-4-1968. Het voorschip volgde van dezelfde helling op 24-8-1968 om 12.00 uur. De doop werd, na de koppeling, op 30-10-1968 aan boord verricht door mevrouw J.M. Keyzer-Loeb, echtgenote van Zijne Excellentie, de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat die de champagnefles op de schoorsteen (!) deed neerkomen.
De overdracht was op 21-1-1969. Het bloemenmeisje was voor deze gelegenheid Hansje Herfst, dochter van het hoofd ontwerpbureau,
de latere directeur Nieuwbouw.

De kiellegging van het eerste schip dat in twee delen bij de NDSM gebouwd is.
. De Melania hier in de grote sluis van IJmuiden. Vanwege deze bijzondere bouwopdracht nog een aantal details. De schroef woog 44 ton en had een doorsnede van 8.80 meter. Het gewicht van het roer was gelijk aan dat van een Boeing 727. Elk anker had een gewicht van 14 ton en dat gold ook voor het reserve anker. Een ankerketting had een lengte van 660 meter en een gewicht van 235 ton. Het netto staalgewicht van de Melania bedroeg bijna 25.000 ton. Voor het buitengaats brengen waren zes sleepboten nodig. In1976 is ze verkocht en als Andros Tempo in de vaart gekomen. In dat zelfde jaar nog werd ze hernoemd als Atlas Tempo. In 1990 in Kaohsiung, Taiwan.
.

.

.
.
tt Mysella
Tanker, bouwnummer 536, 1970
Opdrachtgever: Shell Tankers U.K. Ltd. Londen, Verenigd Koninkrijk.
Afmetingen: 325.30 x 47.17 x 24.50 meter. Technische informatie zie tt Melania.
De stapelloop van het achterschip vond plaats op 16-8-1969 en van het voorschip op 1-11-1969, beide van helling 2/3. De doop,
na de koppeling, was op 9-2-1970 en werd verricht door mevrouw I.S.N. Posthuma-Szopa, echtgenote van de directeur van het
Havenbedrijf Rotterdam. De daarop volgende overdracht geschiedde op 16-2-1970.

.536. 16-8-69 mysellaZoals inmiddels gebruikelijk gaat ook hier eerst het achterschip te water.
.


De genodigden wachten op het van stapellopen van het voorschip. Hier vond geen doop plaats, was geen
Harmoniecorps aanwezig,
geen tribune voor genodigden en geen champagne.
.

Het achterschip was al voorgegaan, hier het voorschip.
.

Het koppelen van het voor- en achterschip gebeurde aan de kraanbaan.
.

Het plaatsen van het bovendeel van de schoorsteen.
.

De Portugese vlag geeft de bestemming aan.
.

In Nederland was toen geen dok groot genoeg om dit soort schepen te kunnen dokken.
Er werd uitgeweken naar de Lisnave werf in Lissabon. Later zou er bij Verolme een geschikt dok geopend worden.
.

Klaar voor oplevering. Ruim 300 meter staal. In 1976 hernoemd tot Berge Captain en in hetzelfde jaar nog in de vaart gekomen
als Mobil Tern.
1978 was het jaar waarin opnieuw een naamsverandering plaats vond n.l. Solon. Vier jaar later, in 1982, werd
de naam gewijzigde
in Alaman. De sloop vond in 1983 te Yokohama plaats.

.
.
tt Marticia
Tanker, bouwnummer 537, 1970
Opdrachtgever: Shell Tankers U.K. Ltd. Londen, Verenigd Koninkrijk.
Afmetingen: 325.30 x 47.17 x 24.50 meter. Technische informatie zie tt Melania.
Op 28-2-1970 liet Nina Dirksen, dochter van de secretaris van de Ondernemingsraad, door een druk op de knop het achterschip van stapel en, net als het voorschip op 16-5-1970, gebeurde dit vanaf helling 2/3. De doop, na de koppeling van voor en achterschip, vond plaats op 17-7-1970 en de doophandeling werd verricht door mevrouw E.A.J. Werner-Asmussen, echtgenote van de directeur van N.V. Koninklijke Nederlandsche Petroleum Maatschappij. De overdracht staat op 1-8-1970 vermeld.

Het achterschip op de helling.
.

.

Het voorschip in de beginfase.
.

Het moment waarop het voorschip afloopt, zie boeggolf.
.

Het voorschip is te water gelaten. De vraag waarom een half schip niet zinkt wordt hier beantwoord.
.
De Marticia op het Noordzeekanaal. (coll. C.Kleiss)
.

De sluizen bij IJmuiden.
.
Ook het Engelse kanaal werd bevaren. (coll. C.Kleiss)
.

In 1976 overgegaan naar de Noorse eigenaar Bergesen onder de naam Bergemaster. In dit jaar nog
hernoemd tot Mobil Raven.
.
1977 was het jaar waarin ze (bovenstaande foto) onder Liberiaanse vlag als Al Qasim voor een Arabische eigenaar
in de vaart kwam.
In 1983 voor de sloop afgevoerd naar Kaohsiung, Taiwan. (coll. C.Kleiss)
.
.
naamloos
Drijvend dok, bouwnummer 538, 1969
Opdrachtgever: Rijks Waterstaat, bestemd voor de S.V.H.B (Staatsvissershavenbedrijf) te IJmuiden.
Afmetingen: 65 x 16 x 9 meter. Tewaterlating vanaf helling 5 op 22-12-1968.538 dokHet dok na de tewaterlating. Na de oplevering zou het naar IJmuiden gebracht worden. Links ligt de Neverita.
.
Toen het dok in IJmuiden niet meer aan een behoefte voldeed is het overgenomen door Scheepswerf Vooruit
te Zaandam. Wanneer deze overdracht heeft plaatsgevonden is nog niet bekend.

. Op de achtergrond Scheepswerf Vooruit aan de Zuiddijk te Zaandam vanuit het dok gezien.
. Na 44 jaar doet de kraan nog steeds dienst.
. Een blik op het bedrijvige Zaandam.
. Het dok anno 2013.
.

.
tt Dagmar Mærsk
Tanker, bouwnummer 539, 1969
Opdrachtgever: Rederiet A.P. Møller, Kopenhagen, Denemarken
Afmetingen: 325.30 x 47.17 x 24.50 meter. Stapelloop achterschip op 25-1-1969, stapelloop voorschip
op 12-4-1969, beide van helling 2/3. Overdracht op 21-8-1969.

.

.

.

Een achterschip in wording.
.

Het kotteren van de schroefaskoker.
.539. 22-1-69 dagmar maersk asHet achterschip kort voor de tewaterlating aan bakboord zijde gezien.
,
.

Het achterschip heeft de helling inmiddels verlaten en het voorschip zal snel volgen.
.
539 Dagmar maersk 12-4-1969Het voorschip in afwachting van de stapelloop.
.

En dat moment vindt hier plaats.
.

.

.

De koppeling, een technisch hoogstandje waar de NDSM wereldwijd mee in de picture kwam.
.

Het kloppende hart, de voortstuwingsinstallatie, hier deels zichtbaar.
.539. ankerEen der ankers van de Dagmar Maersk vervaardigd bij de Koninklijke Grofsmederij te Leiden. Gewicht 13500 kilo.
.

In de grote sluis bij IJmuiden opweg naar Rotterdam. Op de spiegel staat Amsterdam nog als thuishaven vermeld.
.
539 stuurhuisHet stuurhuis interieur.
.

Aangekomen te Botlek voor de verdere afwerking aan o.a. het onderwaterschip.
.


De Dagmar Maersk in nieuwstaat.
.

.

In 1981 is ook dit prachtige hemelsblauwe schip gesloopt.
.
.
De Dagmar Maersk was het laatste schip dat met een NDSM bouwnummer van stapel is gelopen.
Hierna zou het nummersysteem van Verolme United Shipyards N.V. gehanteerd worden.
Dit hoofdstuk vindt u op de pagina Klaprozenweg 1951 (F).